Daglelie

Arjan: “Deze plant hoort thuis in het rijtje onverwoestbare planten die het altijd doen. Positieve punten, heb je even? Gezond, want vrij van ziekten en plagen. Gemakkelijk groeiend en bloeiend, maar niet woekerend of uitzaaiend. Bestand tegen klei, veen en zand, droogte, nattigheid. Bestand tegen verwaarlozing en concurrentie van andere planten. Kortom: een ideale plant! Je moet er wel wat ruimte voor reserveren. De planten worden na een aantal jaar best fors. Mede om deze reden zet ik er nooit zo veel bij elkaar. Groepjes van drie, of zelfs losse planten die een beetje losjes door de border huppelen. De groeivorm is netjes, de planten vormen pollen van grasachtig blad. Daar bovenuit komen in juli en augustus de frisgele lelieachtige bloemen tevoorschijn die eetbaar zijn. In Azië wordt de plant om deze reden ook wel als cultuurgewas geteeld. Tot slot geven de bloemen een friszoet parfum af, met name in de vroege avond. Wat wil je nog meer? Het is overigens niet zo moeilijk te bedenken waar de naam citrina vandaan komt. De bloemen van deze daglelie zijn namelijk citroengeel. Niet hardgeel, eerder zacht. Dat maakt de bloem prettig toepasbaar in de tuin, ook voor ‘mensen die niet van geel houden’